Eén van de hardnekkige politoerfabels is dat de poriën van het hout bij het politoeren gevuld worden mét puimsteenpoeder. Het puimsteen wordt echter alleen gebruikt om het hout heel fijn te schuren zodat daarbij houtstof vrij komt wat vervolgens met de (met ethanol bevochtigde) puimdot in de poriën van het hout wordt gewerkt. De poriën worden dus niet gevuld "met" puimsteenpoeder maar "met behulp van" puimsteenpoeder hetgeen derhalve een compleet ander proces is.
Omdat er tijdens dit proces ook wat van het puimstof in de poriën terecht komt wordt puimsteen het best gebruikt voor lichtere houtsoorten. Voor de andere kleuren hout hebben we:
Puimsteen is overigens een vulkanisch, zeer poreus gesteente dat door de vele luchtinsluitingen zeer licht is en zelfs soms op het water blijft drijven. Ook de schilder gebruikte het vroeger om zijn werk op te schuren.
Puimsteenpoeder dat eventueel zou achterblijven in de poriën wordt nagenoeg volledig transparant en zal de gebruiker dan ook niet meer terug vinden in zijn hout. Baksteenpoeder en tripolipoeder zijn beiden veel minder harde en scherpe schuurpoeders dan puimsteenpoeder. Vaak ben je met de alternatieve puimpoeders dan ook langer bezig dan met puimsteenpoeder.