In de jaren 20 van de vorige eeuw werd ontdekt dat je door middel van verspuiten met celluloselak veel sneller een mooie glanslaag kon bewerkstelligen dan met het aanbrengen van politoer. De manier van verspuiten was veel goedkoper en langzaamaan werd politoer verdrongen door celluloselak. Het grote nadeel van celluloselak was en is, dat het veel minder gemakkelijk te herstellen is. Politoeren is ook om die reden nog heel lang in zwang gebleven, wel tot in de 50er jaren van de vorige eeuw. Toch is ook celluloselak in zekere mate reversibel.

Oude celluloselak vertoont nogal eens kleine scheurtjes. Cracqueler noemen we dat. Nu hebben we speciaal daarvoor een product ontwikkeld dat 'verdeelwater' heet en speciaal bedoeld is om die cracqueler tegen te gaan. Hoe gaan we te werk?

• Maak een dot net als bij politoeren.
• Bevochtig de dot met verdeelwater. Niet kletsnat, maar zeker ook niet te droog. Je moet hem net niet uit kunnen wringen. (anders dan bij politoeren dus)
• Draai rondjes over het oppervlak met de dot. Doe dit 10 keer en stop dan. Doe hetzelfde een dag later...en weer....en weer net zolang tot de scheurtjes dicht zijn.
• Laat het een paar dagen drogen
• Poets de celluloselak op met onze glanshersteller

Tip: U kunt ook over de celluloselak een aantal lagen schellakpolitoer aanbrengen.

Vertoont uw object met celluloselak geen craquelé maar wel doffe uitslag en kleine krasjes? Dan moet u beslist hier eens kijken.