Politoeren: Weetjes

Naast de fabels zijn er in de loop der jaren over politoeren ook een aantal wijsheden ontstaan die we u net als een paar weetjes natuurlijk niet willen onthouden.
Goede gitaren worden nog steeds gepolitoerd. Het komt de klank ten goede

 

  • Goed geschuurd is half gepuimd...

 

  • Alcohol is de oplossing voor al je (politoer-)problemen...

 

  • Politoeren is de koningin onder afwerkingen.

 

  • Om één kilo schellak te maken zijn ± 300.000 luizen nodig.

 

  • Schellak (shellac in het Engels) is een samentrekking van de woorden “shell” (huisje / omhulsel) en het woord “Lac” dat in het Sanskriet “honderdduizenden” betekent.  Eén kilo Schellak bestaat dus uit  “honderdduizenden luizenhuizen”.

 

  • U weet nu dus ook waar het woord “lak” vandaan komt dat we tegenwoordig nog steeds voor sommige verfsoorten gebruiken...

 

  • Wie vernist brengt 4, 5 of soms zelfs wel 10 lagen aan;  wie politoert legt vaak 100 tot 150 lagen. De definitie van "laag" wordt echter in politoerland nogal eens verschillend geïnterpreteerd.

 

  • Lakken doe je met een kwast; politoeren doe je met een “dot”.

 

  • Met moderne lak kun je kleine oppervlaktefoutjes verstoppen; bij politoeren wordt ieder foutje dat je nog niet eerder gezien had alsnog zichtbaar tijdens het lakken.

 

  • Een “zwartpolitoerder” stond in hoger aanzien dan een “gewone politoerder” omdat in zwart politoerwerk nog eerder en meer foutjes te zien zijn. Dus wat placht een "slimme" politoerder dan te doen als hij/zij op sollicitatie ging...? (De nagelriemen werden zwart gemaakt waarna je er wat nonchalant voor  zorgde dat deze voor je nieuwe baas te zien waren zodat die hopelijk dacht dat je zwart kon politoeren en je dus een hoger salaris aan zou bieden...)

 

  • Politoeren is ook wel bekend als “French polishing” omdat deze techniek rond 1820 door Franse meubelmakers werd uitgewerkt en vanaf die tijd grote bekendheid kreeg.